Die pet past iedereen

Nodig: een pet of muts en een fluitje
Groepsgrootte: vanaf 10 kinderen
Zet de stoelen in een kring. Elk kind gaat voor z’n eigen stoel staan. Eén kind heeft een pet of muts op. Op het moment dat u fluit zet het kind met de pet de pet op het hoofd van zijn buurman of buurvrouw. Die doet hetzelfde en ga zo maar door. Op een gegeven moment blaast u weer op het fluitje. Het kind dat op dat moment de pet draagt is af. De winnaar is degene die het langst blijft staan.