Basketbal

Nodig: 1 of twee baskets en een basketbal
Groepsgrootte: 10 kinderen
Doel van het spel is de bal in de basket te gooien.
Mogelijkheden:
- Speel een aangepast spel.
- Laat de kinderen alleen om de beurt op doel schieten.
Tips:
- verklein het speelveld.
- hang de baskets lager.
- sta toe dat kinderen met de bal lopen (ipv dribbelen).
- keur ook een tweehandige dribbel goed.
- speel vijf tegen vijf.
- stel een roulatieschema op waarin staat welke bouw wanneer aan de beurt is.
Spelregels:
- Start met een sprongbal in het midden van het veld.
- Probeer met de kinderen uit je team een doelpunt te scoren door de bal steeds naar een medespeler over te gooien die dichter bij het doel (de basket) staat .
- Een speler die de bal heeft moet deze binnen 5 seconden naar een ander gooien of op doel schieten.
- De tegenstander probeert de bal van het andere team af te pakken.
- Wordt er een persoonlijke fout gemaakt (bijvoorbeeld duwen, trekken) of belandt de bal buiten de lijnen, dan is de bal voor het andere team.
- Wordt er een persoonlijke fout gemaakt tijdens een doelpoging dan krijgt de tegenpartij een vrije worp.
Regels:
- Er mag alleen gespeeld worden met kinderen uit dezelfde bouw.
- Je mag je tegenstander niet duwen, tegenhouden, vasthouden of express blesseren.
- Je mag de bal niet uit de handen van een ander slaan.
- Er wordt tijdens het spel niet geplaagd of gepest.
Als de bal op straat beland mag 1 kind hem halen (in overleg met begeleider).